taoist exercises - mirroring nature

TREE TIME - deel 2

In het eerste deel van dit artikel schreef ik over ‘plant blindheid’. En over de vervreemding tussen groen en rood leven, tussen dier en plant. De roden zijn steeds rusteloos in beweging, terwijl de groenen oplossingen moeten ontwikkelen terwijl ze aan hun plek verankerd zijn. Schijnbaar stil en onbeweeglijk zijn onze groene medebewoners tot een ongelofelijke arsenaal zelf-verdedigingstechniek en -strategie gekomen. Toch neemt de beoefenaar van martiale kunsten doorgaans het dier als totem en inspiratiebron. Wordt het niet tijd om ons ter inspiratie ook te wenden tot de groene leermeesters? We kunnen dan leren over het geheim van leeftijd en de hun yuan li, de kracht van collectiviteit.

Gepubliceerd in Yin-Yang, tijdschrift voor Qigong & TaijiQuan, nr36, december 2021
Stacks Image 26


EEN ONBEKENDE WERELD
Een gedeelte van het jaar woon ik met mijn gezin in een houten buitenhuis, in een bos langs de Overijsselse Vecht. Vanaf de rivieroever is het land licht glooiend, een overblijfsel van door de eeuwen meegevoerd zand. De meeste eikenbomen rond het huis zijn relatief jong, ronde de 75 jaar oud. Bomen en de onderbegroeiing bieden onderdak aan een grote variëteit levende wezens. Een paar jaar geleden telden we op een lenteochtend binnen een uur niet minder dan 30 soorten vogels. Niet gek voor zo’n jong bos.

Maar hier maakt het verhaal een onverwachte wending. Dit bos is een overblijfsel van de eikenhakhout cultuur. Gedurende eeuwen werden in dergelijke bossages om de zoveel tijd stammen geveld. Voor bouwhout, voor paaltjes en stelen, als brandstof voor kachel en oven. Maar de meest gebruikt toepassing van het hakhout lag in de looistof uit de eikenbast, gebruikt in de looierij. De stammen werden een stuk boven de grond gekapt. En uit de overgebleven stobbes groeiden als vanzelf de nieuwe takken. De bosgrond zelf bleef onaangeroerd. Een ecoloog van het Landschap Overijssel schatte de ‘ouderdom’ van de bosgrond op 600 jaar (lees: Eikenhakhout langs de Vecht: Ab Goutbeek). Voor al die eeuwen bleef de bodem vrij van spade en ploeg. Het communale wortelgestel, de dikke humus laag en een uiterst divers bodemleven bleven intact. Voor eeuwen was er geen verstoring van het bodem microbioom, het samenspel van de talloze soorten microorganismen, en de onzichtbare wereld van draden van zwammen en schimmels.

In menig boekenkast staat wel een bomen- en plantengids, en wellicht een boekje over de locale fauna. Wat zich boven de grond aan ons laat zien, pakt makkelijk de aandacht. En laat zich met gemak uittekenen, fotograferen en beschrijven. Alle planten, bomen en grotere dieren hebben zo naam en faam verdiend. Maar hoe anders voor alles wat onder het oppervlak leeft, verborgen voor onze dagelijkse blik. In diezelfde kast zal vrijwel nooit een boekje staan, dat de donkere en onbekende ondergrondse levensdimensie openbaart. En uitleg verschaft over het ‘wood wide web’, het intrigerende bos internet. Een communicatie netwerk van zwamdraden tussen worteluiteinden van bomen en de aarde, en tussen bomen onderling (lees: De Microbemens: Remco Kort. Bezoek ook Micropia, het eerste en enige museum voor microleven!). Direct onder onze voeten en toch bijna geheel onontdekt.

EEN INNERLIJK LANDSCHAP
Een vergelijkbare onvoorstelbare biodiversiteit vind je zelfs nog dichter bij huis. Honderden verschillende soorten bacteriën, maar ook virussen, gisten en schimmels kozen je darmen als habitat. Samen hebben ze een verstrekkende en soms bepalende invloed op ons functioneren. En niet alleen op het verteren van voedsel, en het gezond houden van de darmen en hun slijmvlies. In het afgelopen decennium is veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen het darm microbioom en het zenuwstelsel. En daarmee de connectie tussen dram flora en ons mentale en emotionele welbevinden. De darm-brein connectie, ofwel brain-gut axis, was tot voor kort een onbekend fenomeen binnen de wetenschap. Oma’s wijsheid, over liefde die door de maag gaat, krijgt een nieuwe dimensie.

De wetenschap ontdekt plots dat een keizersnede geboorte het kindje essentieel contact onthoud met het microbioom van de moeder. En dat het eigenlijk een goed idee is dat kruipende kleuters van alles en nog wat in hun mond stoppen. En dat het slim (en lekker) is om met regelmaat gefermenteerd voedsel te eten (lees bijvoorbeeld: The Art of Fermentation: Sandor Katz). En de cirkel rond makend: het microbioom rond de plantenwortels en dat in onze darmen blijken elkaar te verstaan. Niet anders dan een aardworm, die zich door zijn wereld heen eet, stoppen wij stukken en beetjes van onze wereld in onze mond. Kauwen erop en slikken het door. De buitenwereld in het lichaam. Zagen we dat al niet gegraveerd op de stele van de Nei Jing Tu. In de buik van een zittende mens: de aarde, een ploegende os, een boer, en een bos van moerbeibomen.
Stacks Image 84

Sta in een natuurlijke omgeving. In een bos, park of in je achtertuin. Sluit je ogen niet helemaal, maar geef ze rust, sta met geloken ogen. Leg je handen boven op elkaar, op je buik. De vingers zijn licht gespreid. Je knieën licht gebogen. Doe verder niet teveel je best ‘correct’ te staan. Sta comfortabel, niet te lang, maar lang genoeg om de grond waarop je staat bewust te worden. Realiseer niet alleen het oppervlak van de grond. Penetreer de aarde met je aandacht. Zoals een plantenwortels de aarde doordringen. Volgend de richting van de zwaartekracht. De donkere wereld die je betreedt, is vergeven van talloze grotere en kleinere en minuscule wezens. Naast de onvolprezen mol en de onmisbare aardworm: mijten, nematoden, springstaartjes, spinnetjes, duizendpoten. Daarnaast ontelbare plantenwortels en haarworteltjes. En een onzichtbaar weefsel van zwamdraden en massa’s aan bacteriën en protozoa.

Al dat leven maakt geluid. De Zwitserse onderzoeker Marcus Maeder beluistert met daarvoor ontwikkelde sensoren het ondergrondse. In verarmde en geërodeerde grond is het stil. Regulier en intensief bebouwde grond heeft blijkbaar weinig bodemleven over. Maar gezonde aarde laat zich aan Maeder horen. Zouden je voeten daar gevoelig genoeg voor zijn: gebruik ze terwijl je staat als sensoren. Luister naar de kakefonie van microgeluid in de aarde!

Richt nu je aandacht op het gebied onder je handpalmen. Verplaats je aandacht van de ‘grote aarde’, waarop je staat, naar de ‘kleine aarde’ direct onder je handen. Ook hier wordt voeding neergelegd, afgebroken, gecomposteerd, beschikbaar gemaakt. Het fysiek van deze ‘kleine aarde’ zijn je ingenieuze darmen. In uitgestrekte vorm zo groot als een flink volkstuintje. Deze chi kung houding verbindt de aarde waarop je staat, met de aarde onder je beide gespreide handpalmen. De kalme staande chi kung geeft je systeem een parasympathische stimulans. Knorrende buiken zijn een bekend verschijnsel tijdens klassikale zhan zhuang lessen. Deze stimulans wordt geoptimaliseerd door een vriendelijke instelling en een rustige adem.

HIER OF DAAR
In Ted Chiang’s korte aangrijpende filmverhaal The Great Silence wisselen het beeld van het gigantische Arecibo Observatorium in Porto Rico en het omringende, door papegaaien bewoonde regenwoud elkaar af.10 Het observatorium kijkt en luistert de oneindige ruimte in, om uiteindelijk, hopelijk, signalen op te pikken van buitenaards leven. En een van de papegaaien vertelt. ‘The humans use Arecibo to look for extraterrestrial intelligence. Their desire to make a connection is so strong that they’ve created an ear capable of hearing across the universe. But I and my fellow parrots are right here. Why aren’t they interested in listening to our voices? We are non-human species capable of communicating with them. Aren’t we exactly what humans are looking for? …’ Door steeds ‘daar’ te kijken, zien we ‘hier’ over het hoofd. In het Verborgen Leven van Bomen schrijft boswachter Peter Wohlleben, dat het algemeen aanvaard is dat we minder van de zeebodem weten dan over het maanoppervlakte. Maar nog minder kennis hebben we over het bodemleven.11 Wat te dichtbij ligt, wordt makkelijk over het hoofd gezien.

Without going outside, you may know the whole world. Without looking through the window, you may see the ways of heaven. The farther you go, the less you know. Thus the sage knows without traveling; He sees without looking; He works without doing. Tao Teh Ching, hoofdstuk 47, vertaling Gia Fu Feng


NUTTELOOS
Iets waar we weinig waarde aan hechten wordt bijzaak. Wat bijzaak wordt krijgt minder aandacht. Waar geen aandacht voor is, lijkt niet te bestaan. In het artikel ‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ beschrijft Rutger Bregman de enorme impact van een staking van de New Yorkse vuilnismannen in 1968 (Lees: Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers: Rutger Bregman in De Correspondent). Daarentegen wordt een staking van Ierse bankiers in 1970 nauwelijks opgemerkt. Je zou zeggen dat de, voor het functioneren van de stad onmisbare vuilnisman een goedbetaalde job, met status, zou zijn. Wat is misbaar en wat onmisbaar. Wat waardevol en wat waardeloos. Wat nuttig en wat onnuttig. Begin tachtiger jaren kwam ik in Amsterdam wonen. Ik herinner me een heel aantal plaatsen in en om de stad, die blijkbaar niet als waardevol werden bestempeld. Waar projectontwikkeling en nut nog niet waren gearriveerd. Deze stadse rafelranden gaven ademruimte, ruimte voor creativiteit. Bijvoorbeeld. het landje tussen Artis en het Entrepotdok, Zeeburg eiland, en het niemandsland dat opdoemde, zodra je het spoorviaduct van de Czaar Peterstraat onderdoor ging. Zij vormden de tussen-ruimte van de stad. Alles wat leeft heeft zulke tussen-ruimtes nodig. Het komt in verscheidene gedaantes: slaap, droom, verveling, herstel, creatief vacuum, en niet te vergeten: spel. Anno 2021 zijn in een stad als Amsterdam die nutteloze plekken bijna allemaal verdwenen. En daarmee minder mogelijkheid om te vervelen, te dromen, te herstellen, en op fundamenteel nieuwe ideeën te komen. De Tswang Tse verhaalt op vier plaatsen over het wonderlijke fenomeen van waarde en waardeloos, in de vorm van een ontmoeting met een boom (Lees: Zhuang Zi, de volledige geschriften: in de onvolprezen vertaling van Kristofer Schipper). Allereerst vertelt Hui Zi over een voor de timmerman totaal onbruikbare boom. ‘Geen kompas of winkelhaak die je erop kunt gebruiken’ en ’Iedereen keert ze de rug toe …’ Wat verderop in het boek lopen meester timmerman Shi en zijn leerling tijdens een reis langs een reusachtige eik: ‘… als een heilige boom van het altaar van de aarde …’ en ‘Er waren meer dan tien zijtakken, die zo dik waren dat men er boten van kon maken.’ De leerling blijft met open mond naar dit natuurwonder staan kijken. De meester loopt de eik echter straal voorbij en reageert ontstemt. Ook hier wordt de boom met zijn gedraaide en kromme hout als totaal onnuttig geduid. Diezelfde nacht verschijnt de eik in de droom van de meester. De boom fulmineert tegen hem, dat bruikbaarheid alleen maar leidt tot misbruik, uitbuiting en verminking. ‘Dat is je hele leven narigheid ondervinden vanwege je bekwaamheden.’ en ‘Daarom ben ik al lang geleden gaan proberen om volstrekt nutteloos te worden’’ en ‘Als ik ooit enige nuttigheid gehad zou hebben, zou ik dan zo groot hebben kunnen worden?’ Ook Ziqi van de Zuiderwal ziet tijdens een wandeling een gigantische boom. Bij nadere inspectie zat de stam ‘zo vol spleten zat dat je onmogelijk doodskisten uit kon maken.’ En ten slotte komt meester Zhuang Zi zelf ten tonele. Een houthakker vertelt hem dat nutteloos hout leidt tot een zeer bejaarde boom. Maar diezelfde avond wordt voor hem een niet snaterende gans. Terwijl een snaterende, dus meer bruikbare, soortgenoot mag blijven leven. Als Zhuang Zi om zijn standpunt in deze paradox wordt gevraagd, antwoord Zhuang Zi: ‘Als ik mijn positie zou moeten bepalen, dan zou die ergens in het midden, tussen bruikbaar en onbruikbaar in, moeten zijn. Maar zo’n middenpositie lijkt beter dan het is, want op die manier ontkom je niet aan beslommeringen.’ Wat een prachtles in mentale balans voor de martiale beoefenaar!

OPEN RUIMTE
Ons dagelijks leven is vergeven van nut. Aan het einde van het traject - betreffende educatie, economie, de zorg, en wat eigenlijk niet - wordt onder de streep afgerekend. Het gaat om de netto, en daarmee om de efficiëntie. Nu weten we al lang dat ver doorgevoerde efficiënte kwetsbare kanten heeft. Luister als je tijd hebt na de scherpe podcast Hoe onze obsessie met efficiëntie ons kwetsbaar maakt tegen onwaarschijnlijke gevaren’: Michiel de Hoog in De Correspondent. Efficiëntie leidt niet alleen tot eenvormigheid. De ruimte en de tijd worden dicht gemetseld. Efficiëntie verdraagt geen lummelen en dagdromen. Geen spel en creatieve luiheid. Tien jaar geleden werd ik lid van de Cloud Appreciation Society, club ter bevordering van wolken waardering. Het lidmaatschap heeft even weinig verplichtingen als het waarnemen van de wolken inspannend is. Anders dan het verzamelen van postzegels of anderszins, kunnen wolken niet bewaard worden. Eigendom van een alledaagse of bijzondere wolkenformatie is niet mogelijk. Het fixeren van deze wonderbaarlijke natuurfenomenen evenmin. Wolken laten zich het best observeren vanuit een luie positie, stoel of hangmat, wandelend, leeg van bijbedoeling. Zo’n soort mentaliteit komt geheel overeen met die van de tai chi en chi kung beoefenaar. Een bereidheid tot investering in het nutteloze, in open ruimte, in het creatief vacuum. De waarde is van het schijnbaar waardeloze. Dagdromen, slapen en spelen, ze maken al het andere beter. De meest gekende zhan zhuang houding heeft meerdere namen: omarm een ballon, omarm een boom, drie cirkel houding, of ‘cheng bao zhuang’: ’support-omarm-houding’. Het ultieme kenmerk van deze trainingshouding is de tussen-ruimte. Niet het fysiek van het lichaam staat in de spotlight, maar de open ruimte tussen de verschillende lichaamsonderdelen. Niet het stugge materiaal van de fietsband, maar de lucht er binnenin krijgt alle aandacht.

Sta op een favoriete plek: thuis, ballon, park of natuur. De nabijheid van een plant of nog beter een boom geeft je een goed rolmodel. Voeten parallel, knieën licht gebogen. Het onderlichaam de zwaartekracht volgend. Vanuit de kruin een lift ervaren. De armen maken een omarmende geste. De handen een omvattend gebaar. Tussen de vingers is ruimte. In de palmen is ruimte. Tussen de armen is lege ruimte. Onder de kin evenzeer. Tussen de knieën, en achter de knieën, is open ruimte. Ervaar de ruimte voor het lichaam, evenals die achter het lichaam. Net zoals de vingers, zijn de tenen ontspannen en licht gespreid. Ervaar ruimte onder de voeten, volgende de zwaartekracht, de nadir. En ook, boven de kruin, de ruimte van het oprichten, de zenith. Onder de oksels is ruimte, en ook tussen de ribben. Aan weerszijde van het lichaam is er de ruimte van de ronde horizon. Hoe meer je ervaring opdoet met deze ‘cheng bao zhuang’ hoe duidelijker het zal worden dat je intentie zich steeds in twee richtingen tegelijk beweegt. Beweging in twee richtingen tegelijk is een ander woord voor stilstaan. Stilstaan met de innerlijke dynamiek van bewegen. Twee intentionele richtingen tegelijk creëert ruimte. De open ruimte van een ballon die opgeblazen wordt. Die van een uitdijende cumulus wolk. Of die van de boomkruin, waar je wellicht in de buurt bent gaan staan. Het ervaren van de ruimte die je omgeeft, en het ervaren van de innerlijke ruimte van je lichaam, zijn aan elkaars gespiegelden.

DE TIJD EN RUIMTE
In Walden beschrijft Henry David Thoreaux het lijfelijk ervaren van tijd, het samenkomen van de dimensies van tijd en van ruimte. 'Mijn dagen waren geen dagen van de week die de naam van heidense goden droegen, en ze werden ook niet stuk gehakt in uren en geërgerd door het getik van een klok; want ik leefde als de Puri indianen, van wie gezegd wordt dat ‘zij slechts één woord hebben voor gisteren, vandaag en morgen, en dat zij het onderscheid uitdrukken door naar achteren te wijzen als ze gisteren bedoelen, naar voren voor morgen en boven hun hoofd voor de dag die verstrijkt’ (lees: Walden: Henri David Thoreau). In The Dynamics of Standing Still beschreef ik zes richtingen van visuele waarneming en voorstellingsvermogen, tussen-ruimte, en de tijdsdimensie. Het beeld dat ik erbij opvoerde was een vrijstaande lindeboom.

EEN CIRKEL
Jonge kinderen hebben een oorspronkelijke geest. Laat hun een tekening van een boom zien: kroon, stam en wortels. En vraag hen waar de boom zijn meeste voeding vandaan haalt. De beginnersgeest van het kind zal antwoorden dat die uit de lucht komt. Terwijl ìk, volwassene, met alle scholing, studie en nadenken, geneigd zou zijn om te antwoorden, dat de boom zijn voeding uit de grond betrekt. Zie je het voor je: een grote woudreus staand in een grote krater, al zijn vruchtbare aarde opgegeten! Natuurlijk, de massieve boom groeit vanuit de lucht. Het nieuws gaat dagelijks over het co2 vraagstuk, over uitstoot en overschot. En hoe boom, plant en alg dankbaar de co2 opnemen en ermee groeien. Wat wij dieren uitademen (en verstoken) ademt die plant in. En wat het groene leven uitademt, is voor ons dieren het leven-brengende zuurstof. Niks nieuws onder de zon, biologie basis kennis. Toch staat de ademcyclus van een dier in een ander boek of hoofdstuk beschreven, als de ademhaling van de groene plant. Terwijl het hier gaat om het summum van symbiose. Plant adem en dier adem horen op dezelfde pagina beschreven te worden. In een infographic getekend. Een rood hemoglobine vlak en een groen chlorofyl vlak, in een ultieme taiji omarming. Twee ademhalingen in één cirkel vervat, tot we eindelijk ten volle realiseren dat we het leven danken aan al het groene.

STAAN IN EEN BOOM
Sta vroeg op en ga naar het park in de buurt. Ga naar buiten naar een plek waar een grote volwassen boom staat. Misschien ben je bevoorrecht met een eigen tuin, met boom. Ga op je gemak vlakbij de stam staan. Met je rug ernaartoegekeerd. Sta neutraal, met je armen langs je lichaam, in de wu chi houding van het eerste deel van dit artikel. Of in de hierboven beschreven houding met beide palmen op je buik. Of in de cheng bao zhuang met beide palmen op borsthoogte. Sta ontspannen en onbekommerd, opdat je vrij kunt waarnemen en reflecteren. Een nog minder ambitieuse optie: zit met je rug tegen de stam van de eik, iep of beuk. Het eerste deel van dit artikel besloot ik met ‘staan op een boom’ te opperen als mogelijke vertaling van zhan zhuang. In plaats van het gebruikelijke ‘staan als een boom’. Nu sta je ‘naast’ de boom, met je rug naar de stam gekeerd. Tegelijk is het waar dat ‘onder’ de boom staat, onder zijn bladerdak, onder zijn kroon. Maar wat je misschien niet realiseerde is dat stam en kroon slechts een deel is van het boomlichaam. De verborgen helft bevindt zich onder de grond. Je staat boven op het uitgebreide wortelgestel. De cirkel van dit wortelgestel is twee keer, soms wel vier keer zo groot als de cirkel van de kruin. Zhan zhuang kan nu vertaald worden met ‘staan in een boom’. Terwijl je de ruimte tussen je vingers, tenen, armen, knieën, oksels etc etc optimaliseert, sta je in de open, lege ruimte van de boom. En geniet van je ademhaling. Waarbij ‘je’ beter vervangen kan worden door ‘jullie’. De ademhaling van de boom en die van jou als één niet te scheiden geheel.